Voorbehandelingen

Maskeren

Alle delen die niet gemaakt zijn van aluminium, titaan of magnesium zullen bij een anodiseer oppervlaktebehandeling hevig worden aangetast wat meestal leidt tot een niet bruikbaar product.

 

Helicoils, inserts en ander niet-aluminium delen behoren bij voorkeur na de oppervlakte behandeling te worden aangebracht. Aangezien dit niet altijd mogelijk is zullen deze delen, indien aanwezig, door Surface Treatment gemaskeerd worden. Daarnaast worden verschillende maskeertechnieken toegepast om het mogelijk te maken om verschillende oppervlaktebehandelingen op één produkt te combineren.

 

Er zijn verschillende methoden om te maskeren. Iedere maskeer techniek heeft zijn eigen voor- en nadelen. Om een scala aan problemen te overwinnen maken we vaak gebruik van verschillende maskeertechnieken op één product. Kritische gebieden dienen altijd vooraf te worden geïdentificeerd. Wanneer bepaalde delen om welke reden dan ook niet behandeld mogen worden, dient men een overgang zone (run-out) aan te duiden.

 

Trommelen

Om trommelbewerkingen te kunnen uitvoeren moet het werkstuk aan een aantal voorwaarden voldoen. Het belangrijkste is dat ze door de trommelbewerking niet beschadigd worden, en dat ze niet in elkaar verward raken. In de trommel bevinden zich steentjes of een ander materiaal die een bepaalde vorm en hardheid hebben, die van toepassing is op het werkstuk en resultaat dat men hierop wil bereiken.

 

Voor grove slijpbewerkingen kunnen zwaardere en ruwere stenen en slijpmiddel worden  gebruikt. Bij fijnere bewerkingen wordt gebruik gemaakt van fijne slijpmiddelen en gladde toevoegingen. Voor het polijsten in trommels worden meestal gladde stalen kogels gebruikt, echter dit is niet geschikt als voorbehandeling voor het anodiseren. Hoe kleiner de kogels zijn, des te mooier het resultaat is. Ook glasparels worden voor dit doel gebruikt. Het is verstandig om aan de hand van een aantal proeven uit te maken wat de gunstigste werkwijze is.

 

Beitsen

Middels beitsen wordt het metaaloppervlak aangetast. Surface Treatment beitst producten om vuilsoorten te verwijderen en een goede en gelijkmatige uitgangstoestand voor de volgende processtappen te krijgen. Surface Treatment heeft de volgende beitsprocessen in huis:

• Alkalisch beitsen
• Egaliserend beitsen
• Beitsen in chroomzuur
• Glansbeitsen

Daarnaast heeft Surface Treatment speciale baden die worden gebruikt voor het de-anodiseren.

 

Stralen

Aluminium wordt ook gestraald. Een iets ruwachtig oppervlak krijgt men door glasparelstralen, tevens verdwijnen hierdoor kleine braampjes en scherpe kantjes. Glasparelstralen gevolgd door een anodiseerbewerking geeft een fluweelachtig oppervlak.